dinsdag 19 februari 2013

Met An Pierlé in de wagen!

Er gebeuren zoveel rare dingen. Het is alsof je in een wagentje zit dat op hol slaat en niet meer stopt: nieuwe technologieën, oorlogen… Er is iets aan het gebeuren
Aan het woord is An Pierlé in Metro (19/2). Daar herken ik me maar al te goed is, maar een deconstructie van de tekst dringt zich op!

Over wagens
An Pierlé spreekt over een ‘wagentje’ en niet over een wagen. Goed, dat verwijst misschien ook naar ondergrondse mijnkarretjes en dergelijke, maar er ligt meer onder de oppervlakte (om in de context te blijven…).
Een ‘wagentje’ beklemtoont het absurde karakter van het gebeuren. Een ‘wagen’ is al meteen ernstiger, en ernstige dingen slaan niet op hol. Daar gaan we tenminste van uit.
Nochtans zijn het mijns inziens net die zaken die ontsporen: Die zaken die de gekheid niet assumeren maar van zich afschuiven, als was het een fremdkörper. Ernst die zich van onzin distantieert, dat blijft gevaarlijk. En ‘veilige’ wagens, geven die ons geen vals gevoel van veiligheid, een collectief gedragen overschatting?
Een ‘wagen’ die op hol slaat is meteen ook heel wat bedreigender dan een ‘wagentje’. Dat laatste is weliswaar vinniger dan een wagen, maar heeft het om zo te zeggen goed voor met de inzittenden. Zo’n wagentje is lief en vriendelijk en is geen kwaad van zins.
Een wagen is dan weer veiliger, maar als die op hol slaat, wordt hij werkelijk een vijandig object.
Dat verkleinwoord wijst ergens op de hoop dat het uiteindelijk goed komt. Het is ‘maar’ een wagentje. De echte wagens vervolgen veilig hun route; de wagentjes – op de zijroutes die van minder belang zijn – slaan hier en daar op hol. Maar niets ernstigs…
Ik geloof het omgekeerde: De wagens slaan op hol. Het zijn echter onze eigen wagentjes, onze eigen kleine levens, onze particuliere wegen,  die  een verschil uitmaken.
En natuurlijk kunnen we ook gewoon de fiets nemen. Die stopt vanzelf als je niet meer trapt…

 

Er is iets aan het gebeuren
Dat alles noopt me ertoe te gaan denken dat de zin “er is iets aan het gebeuren” (uit bovenstaand tekstfragment), met slechts één letter verschil een andere, wellicht moedigere waarheid aan het licht brengt: Er is niets aan het gebeuren. Er is op mondiaal vlak veel beweging,  maar weinig slagkracht; veel praat, maar weinig daadkracht; veel gedoe om niets…
Iets dat ‘aan het gebeuren’ is, is ook milder dan iets dat ‘gebeurt’. Mild in een aantal opzichten.
Ten eerste dit: er gebeurt eigenlijk niet veel van wat er zou moeten gebeuren, van wat belangrijk is. Het nieuws wordt soms ook non-nieuws genoemd om die reden. Maar als we stellen dat het ‘aan het gebeuren is’ dekken we dat meteen toe: “nu gebeurt er inderdaad nog niet veel, maar het is bezig!”
Ten tweede: iets dat ‘gebeurt’ houdt een dreiging in, meestal van buitenaf: aardbevingen, crisissen,… ze vinden plaats, gebeuren. Iets dat ‘aan het gebeuren’ is, blaast ons niet omver, het neemt z’n tijd, verplettert ons niet in een fractie van een seconde, het ontneemt ons niet alles wat ons lief is in een vingerknip, maar laat ons de tijd om onszelf te vinden en een (nieuwe) verhouding te zoeken met het veranderende.
Iets dat ‘gebeurt’, of erger, dat ‘gebeurd is’, wel, dat is veel radicaler: dat overkomt ons. Ik denk dat nieuwe technologieën en oorlogen – de twee zaken waar An Pierle over spreekt – ons voor voldongen feiten plaatsen, ons overkomen. Ze worden ons op TV (of àls TV) door de strot geramd. Er rest ons weinig keuze. Een actieve houding innemen, doen alsof we ervoor kiezen, ik bewonder het oprecht bij hen die het kunnen, maar terzelfdertijd bedenk ik dat het slechts in een achterafbeweging geschiedt: het is actie die een zekere passiviteit bedekt.

Troost
Dat er ‘iets aan het gebeuren is’ kan troost brengen: het bizarre in de wereld is dan niet tevergeefs, is teken dat er iets aan het gebeuren is. Maar stel je even voor dat er helemaal niets aan het gebeuren is: Dat het op hol slaan van de wagentjes zinloos is en slechts de korte-termijn belangen van enkelen dient…
Dat er iets aan het gebeuren is, fungeert als een soort religie: zoals velen hun ondraaglijke lijden zien als onderdeel van Gods plan of als een soort drempel naar het hiernamaals, in elk geval een lijden met een – Goddelijk of ingoed – doel. Wat hebben die veel te verliezen bij het plotselinge inzicht dat hun lijden in se zinloos is!
Er valt echter ook iets bij te winnen: dergelijk geloof houdt immers vaak het gebeurende in stand: we zijn niet gemotiveerd om hier en nu structureel iets te veranderen, omdat we de winst elders – meestal later – situeren. Ook de idee dat er ‘iets aan het gebeuren is’ verwijst hiernaar: nu is het nog bezig, maar later, later zien we wat er gebeurd is. Wel, als je het mij vraagt: twee keer niets.

Dat maakt het zich gebeurende toch niet zo spannend of prikkelend meer. Dan wordt het bedreigend en noopt het tot wanhoop.
En toch is dit misschien net wat we nodig hebben, paradoxaal genoeg: om ‘iets’ te veranderen, ‘iets’ te laten gebeuren: zelf in een wagentje stappen en ergens heen rijden en in dat rijden het ‘ergens’ en het ‘iets’ creëren.
Wat mij betreft is dat het antidotum voor het ‘op hol slaan’. Wij hebben hier al een en ander van Pierlé liggen. Maar als een interview fragment al zo inspirerend wekt, dan koop ik best ook deze cd, niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties: